Herdenking Jom Hasjoa
Elk jaar herdenken we in Den Haag de 6 miljoen tijdens de Tweede Wereldoorlog omgebrachte Joden. Dit jaar kan de bijeenkomst in de Kloosterkerk niet doorgaan. Commissievoorzitter ds. Casper van Dongen deelt zijn gedachten en gebeden. Terugkijkend de toekomst in "Mozes staat op de berg Nebo op de grens van woestijn en beloofd land. De Bijbeltekst, Deuteronomium (Devariem) 34:1-4, die we in de Kloosterkerk zouden horen, luidt: Toen verliet Mozes de vlakte van Moab en hij beklom de Nebo, één van de toppen van de Pisga, tegenover Jericho. Daar liet de Eeuwige hem het hele land zien: het gehele gebied van Gideon tot aan Dan, Naftali, het gebied van Efraïm en Manasse, heel Juda tot aan de zee in het westen, de Negev, de Jordaanvallei en de vlakte bij de palmstad Jericho, tot aan Soar. De Eeuwige zei tegen hem: ‘Dit is het land waarvan Ik aan Abraham, Isaak en Jakob onder ede heb beloofd, dat Ik het aan hun nakomelingen zou geven. Ik laat het je nu zien, maar erheen oversteken zul je niet’. Mozes kijkt kort voor zijn heengaan richting Beloofd Land, èn terug, over de Negev. Daarachter lag zijn jeugd in Egypte onder Führer-Farao, met eerst nog geluk, maar dan vervolging, vlucht, ongewild leiderschap, en -na het Paschamet zijn volk 40 jaar door de woestijn. Hij kijkt vooruit èn terug…Het Hebreeuwse kadima-vooruit hangt samen met kedem-voorheen, oost, waar de zon opgaat: Wie de toekomst wil zien, zal ook terug moeten (durven) kijken, of andersom: ‘Terugkijkend de toekomst in’. Nu, 75 jaar na de Sjoa-vernietiging (holocaust is een tè gepolijste term) kijken we terug, ook al was -en bij sommigen ‘is’- véél te erg voor woorden… en we kijken vooruit: Daarom als thema: ‘Terugkijkend de toekomst in’. Emile Schrijver, directeur van het Joods Historisch Museum, zou spreken, en onze ‘vaste’ chazan Ken Gould zou zingen, en de aanwezigen ook -ondanks het verleden tóch iets van ‘de (lof)zangen Israëls’: zoals het vanaf 1986 met Joden en Christenen tezamen ieder jaar hier in de Kloosterkerk heeft geklonken… ‘Terugkijkend de toekomst in’. Nu deze 35e bijeenkomst voor het eerst -vanwege het corona-virus- is afgelast, volstaan we met dit schrijven…, hopend op volgend jaar ‘normaal’ in de Kloosterkerk. Wèl zullen een paar van de Jom hasjoa-Commissieleden aan het Rabbijn Maarsenplein 18 rozen (18: getal van ‘leven’) bij het Kindermonument neerleggen, en in gedachten zien we hoe (zoals andere jaren) de zes kaarsen in de Kloosterkerk zijn aangestoken -met de namen van 6 van de bijna 2000 vermoorde Haagse Joodse kinderen, het ‘Amalek’ heeft geklonken, en chazan Ken Gould het El Malee Rachamiem zingend met ons bad. Deuteronomium (Debariem) 25:17-19 luidt (de tekst van ‘Amalek’): Denk er steeds aan wat Amalek je heeft aangedaan toen je op weg was nadat je uit Egypte was gegaan, hoe hij geen ontzag voor G’d had, alle zwakken in je achterhoede afsneed, terwijl jij moe en afgemat was -vergeet dat niet! En het ‘El Malee Rachamiem’, zoals ieder jaar in het programma afgedrukt, en door Ken Gould gezongen: Zeer barmhartige God, die in de hemel woont, Schenk ongestoorde rust onder de vleugels van uw Majesteit, te midden van de heiligen en onschuldigen waar zij schitteren als stralen van het firmament; aan alle zielen van de zes miljoen Joden, slachtoffers van de Sjoa, mannen en vrouwen, jongens en meisjes. Allen waren zij heilig en onschuldig: onder hen bevonden zich geleerden en rechtvaardigen, ceders van de Libanon en meesters in de Tora. Zij werden vermoord, afgeslacht en verbrand, massaal vermoord, verstikt en om het leven gebracht als martelaren van de Duitse beulen en hun trawanten van andere nationaliteiten… in Auschwitz, Babi Jar, Belzec, Bergen Belsen, Dachau, Jama, Majdanek, Mauthausen, Sobibor, Theresienstadt, Treblinka en andere vernietigingskampen in de Europese diaspora. Deze hier verzamelde gemeenschap bidt voor hun zielenrust. Beschut hen daarom, Oorsprong van alle barmhartigheid, in de schaduw van uw vleugelen, voor altijd, en bind hun zielen in de bundel van eeuwig leven. De Eeuwige is hun erfdeel: moge Hij ons hun binding tot offer gedenken; moge hun verdiensten ons en heel Israël tot blijvende voorspraak zijn. Laat de aarde hun bloed niet aan het oog onttrekken en laat er geen plaats zijn voor onverhoord geweeklaag. Mogen om hun verdiensten de geredden van Israël terugkeren naar het land dat hun rechtmatige erfenis is. Houdt toch de gerechtigheid van de heiligen altijd in uw herinnering! Laat hen in vrede rusten, daar waar zich hun resten bevinden, en doe hen herleven overeenkomstig hun lot aan het einder der tijden. Laten wij zeggen: ‘AMEN’." | ||
terug | ||